Geldproblemen maken hulpverlening moeilijk



Uit een recente telling van het aantal zwerfjongeren in Nederland blijkt dat er ongeveer 3000 zwerfjongeren meer zijn dan tijdens de laatste schatting in 2007*. Toen waren het er circa 6.000. Stichting Zwerfjongeren Nederland (SZN) wil dat alle gemeenten zwerfjongeren één loket geven zodat ze niet blijven zwerven.


Wat is een zwerfjongere?

In mei 2010 stelde de Tweede Kamer de definitie van de term ‘zwerfjongeren’ vast: Zwerfjongeren zijn feitelijk of residentieel daklozen onder de 23 jaar met meervoudige problemen. De laatste telling vond plaats aan de hand van deze definitie** en werd uitgevoerd door onderzoeks- en adviesbureau HHM in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Voor de nieuwe telling is meer doorlooptijd genomen en zijn meer partijen (gemeenten en instellingen) benaderd dan bij vorige tellingen. Daardoor ligt deze schatting dichter bij de werkelijkheid.

www.tassencampagne.nl



Moeilijke inkomenssituatie
Bureau HHM onderzocht tevens knelpunten in de hulpverlening aan dakloze jongeren. Hieruit blijkt dat vooral de financiële situatie van zwerfjongeren ingewikkeld is. Dat maakt het moeilijk voor hen om zaken te regelen die voor de meeste van hun leeftijdgenoten normaal zijn. Volgens de wet- en regelgeving zijn ouders financieel verantwoordelijk voor hun kinderen onder de 21 jaar. Dat maakt het voor zwerfjongeren – die niet kunnen terugvallen op hun ouders – zeer moeilijk om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien.



Jongeren tot 21 jaar hebben slechts recht op een uitkering binnen de wet WIJ van 227 euro per maand. Als zwerfjongeren hun leven willen oppakken en willen gaan studeren, is ook een basisbeurs voor studiefinanciering te laag. Voor een aanvullende studiefinanciering is veel informatie van ouders nodig. Maar daar kunnen zwerfjongeren meestal niet op terugvallen. Zo ontstaat een inkomenssituatie waarvan ze niet kunnen leven.



Geen werkmotivatie door schulden
Ongeveer driekwart van de zwerfjongeren heeft een schuld opgebouwd van tussen de 3.500 en 7.000 euro. Ze hebben geen geld om die af te lossen. Ook zijn ze ongemotiveerd om te gaan werken omdat het geld dat ze verdienen direct naar de schuldeisers gaat. Zwerfjongeren hebben geen financiële opvoeding gehad waardoor voor hen vaak niet duidelijk is dat schulden groter worden als je ze niet afbetaalt.



Opvang en wonen te duur
Zwerfjongeren die nergens – ook niet bij familie of vrienden – terecht kunnen, zijn aangewezen op opvang. Opvanginstellingen zijn verplicht hen om een eigen bijdrage te vragen. Jongeren onder de 21 kunnen die echter onmogelijk betalen. Daardoor lopen opvanginstellingen inkomsten mis en komen ze bovendien zelf in financiële problemen. Tevens is het moeilijk de jongeren die daaraan toe zijn te laten ‘uitstromen’ omdat er amper betaalbare jongerenhuisvesting is. De gemiddelde huur van 350 euro kunnen ze niet betalen waardoor ze langer in de opvang blijven dan wenselijk.



Hella Masuger, directeur van Stichting Zwerfjongeren Nederland: ‘Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de hulp aan zwerfjongeren. Zij moet hun beleid aanpassen om deze vicieuze cirkel te doorbreken. Jongeren moeten zich nu voor elk probleem bij een ander loket melden en soms werken die loketten elkaar ook nog tegen. Gemeenten kunnen beginnen met een jongerenloket zodat er één punt is dat alle problemen in één keer in kaart brengt. En ze moeten onderkennen dat zwerfjongeren een aparte groep vormen waarvoor specifiek beleid nodig is. Want uiteindelijk moeten ook deze jongeren zich voorbereiden op hun toekomst en bezig zijn met werk en studie in plaats van nog meer schulden te maken en te zwerven van plek naar plek.’



Meer informatie over Stichting Zwerfjongeren Nederland en de wereld rond zwerfjongeren staan ook op www.zwerfjongeren.nl en www.zwerfnet.nl.

———————————————————————————————————


*Bron: Opvang Zwerfjongeren 2007 (Algemene Rekenkamer)


**Als strak vastgehouden wordt aan de nieuwe definitie, zouden er 7100 zwerfjongeren zijn. Naast die 7100 zijn echter 1900 zwerfjongeren meer geteld. Deze 1900 jongeren verblijven in opvangvoorzieningen die door de wijze van financiering niet onder de nieuwe definitie vallen (dit zijn RIBW-, LVG of ZZP-opvangvoorzieningen terwijl de definitie uitgaat van jongeren in een maatschappelijke opvangvoorziening).
De eerstgenoemde jongeren zijn wel degelijk dak- en thuisloze jongeren en dus tellen ze voor SZN gewoon mee. SZN behartigt de belangen van álle zwerfjongeren. De wijze waarop hun opvang gefinancierd wordt doet daarbij niet terzake.